Op school en in de klas gelden regels. Deze regels worden aan het begin van het schooljaar met de kinderen besproken en indien nodig herhaald, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. Houdt een kind zich niet aan de gedrags- en omgangsregels (ook niet na herhaaldelijk waarschuwen), dan zal het door de leerkracht ter verantwoording worden geroepen. In ernstige gevallen en bij herhaling zal contact worden opgenomen met de ouders. Indien er daarna nog geen verbetering volgt, kan als opvoedkundige maatregel een schorsing plaatsvinden of kan er na overleg met de inspectie en met het bevoegd gezag zelfs sprake zijn van verwijdering van de school. Met betrekking tot schorsing en verwijdering van leerlingen wordt artikel 40 van de Wet op het Primair Onderwijs in acht genomen. Definitieve verwijdering van een school mag pas als: • Het schoolbestuur, als bevoegd gezag, door de directeur op de hoogte is gebracht van de onhoudbare situatie. • Het schoolbestuur heeft gesproken met de ouders/verzorgers, de betrokken leerkracht en de directie. • Een andere school bereid is de leerling op te nemen. • Het in een periode van acht weken niet gelukt is om een andere school te vinden. • Overleg met de inspectie heeft plaatsgevonden.